Nieuws: Beleggingsschade en de rol van de tussenpersoon – uw rechten bij financieel advies

Veel particuliere beleggers hebben te maken met beleggingsschade door verkeerde of onvolledige advisering. Steeds meer mensen sluiten financiële producten af via een tussenpersoon of financieel adviseur, en juist daar kunnen problemen ontstaan. Daarom is het belangrijk om te weten welke verplichtingen een tussenpersoon heeft en wat u kunt doen als u schade lijdt door beleggingen. In deze uitgebreide blog bespreken we de zorgplicht van de tussenpersoon, het verschil tussen bemiddeling en advies, wanneer er sprake is van juridisch relevante beleggingsschade en de aansprakelijkheid van de tussenpersoon. Bovendien belichten we recente rechtspraak met praktijkvoorbeelden en leggen we uit welke stappen u kunt nemen bij beleggingsschade.

Zorgplicht van de tussenpersoon

Een tussenpersoon (ook wel financieel adviseur) heeft een bijzondere zorgplicht tegenover zijn klanten. Deze zorgplicht houdt in dat de adviseur zorgvuldig moet nagaan wat uw doelen, kennis en financiële mogelijkheden zijn voordat hij een advies uitbrengt. Bovendien moet de tussenpersoon u expliciet wijzen op alle risico’s die verbonden zijn aan een voorgenomen investering of financieel product. Daarnaast geldt dat als een bepaald beleggingsproduct of een constructie (zoals een beleggingshypotheek) niet past bij uw financiële situatie of doelstellingen, de adviseur hiervoor moet waarschuwen. Deze zorgplicht is door de rechtspraak ontwikkeld om consumenten te beschermen tegen het gevaar van onbezonnen beslissingen en gebrek aan financiële kennis. De tussenpersoon behoort te handelen als een professionele en deskundige dienstverlener, die het belang van de klant centraal stelt.

Het niveau van zorg dat men van een tussenpersoon mag verwachten, hangt mede af van de rol die hij vervult. Echter, wanneer de tussenpersoon optreedt als adviseur, is die zorgplicht op zijn ruimst. Indien hij slechts optreedt als bemiddelaar (het doorgeven van orders of het tot stand brengen van een transactie zonder inhoudelijk advies), dan is de zorgplicht beperkter. Sinds het provisieverbod in 2013 – waardoor adviseurs niet langer provisie van banken of verzekeraars mogen ontvangen – is de rol van de tussenpersoon meer die van adviseur dan puur bemiddelaar. Tegenwoordig betaalt u de financieel adviseur rechtstreeks voor zijn dienstverlening, waardoor deze onafhankelijk van provisies kan adviseren. Daarom is het extra belangrijk dat de adviseur duidelijk aan de klant kenbaar maakt of hij adviseert of slechts bemiddelt, aangezien hieruit volgt welke zorgplicht hij precies heeft.


Verschil tussen bemiddeling en advies

Het onderscheid tussen bemiddeling en advies is juridisch relevant en kan bepalen of u bij beleggingsschade de tussenpersoon kunt aanspreken. Bij bemiddeling beperkt de tussenpersoon zich tot het administratief tot stand brengen van een transactie of product, vaak op initiatief van de klant. De tussenpersoon verwerkt dan bijvoorbeeld een aanvraag voor een beleggingsproduct zonder inhoudelijk oordeel te geven. Bij advies daarentegen analyseert de financieel adviseur uw persoonlijke situatie en doet hij een aanbeveling voor een specifiek financieel product of een bepaalde belegging. Dit adviestraject brengt een zwaardere verantwoordelijkheid met zich mee. Zo moet de adviseur een zogeheten cliëntenprofiel opstellen met informatie over uw kennis, ervaring, doelstellingen en risicobereidheid. Op basis daarvan dient hij te beoordelen of een voorgesteld beleggingsproduct passend is voor u.

Een concreet voorbeeld van dit verschil is de execution only situatie versus een adviesrelatie. Bij execution only (uitsluitend uitvoering) kiest u zelf uw beleggingen en tekent u meestal een verklaring dat u geen advies wenst. In dat geval rust er op de aanbieder of tussenpersoon een beperktere zorgplicht – men controleert hooguit of u voldoende kennis heeft middels een kennis- en ervaringstoets, tenzij u daarvan uitdrukkelijk afziet. Bij een adviesrelatie mag u vertrouwen op de expertise van de adviseur. Dus, als een adviseur u actief een bepaald beleggingsproduct heeft aangeraden, kan hij later moeilijk stellen dat hij slechts heeft bemiddeld. De wet verplicht de tussenpersoon overigens om vooraf duidelijk te melden of hij optreedt als onafhankelijk adviseur of als bemiddelaar.


Wanneer is er sprake van beleggingsschade?

Niet elke tegenvaller op de beurs leidt tot beleggingsschade in juridische zin. In het algemeen spreekt men van beleggingsschade wanneer u financiële schade lijdt door beleggingen én deze schade het gevolg is van een tekortkoming of fout van een financiële dienstverlener. Met andere woorden, beleggingsschade ontstaat bijvoorbeeld als u op aanraden van uw tussenpersoon heeft geïnvesteerd in een product dat niet bij u paste, of als u onvoldoende bent gewaarschuwd voor de risico’s. Normale fluctuaties in de waarde van aandelen of obligaties vallen doorgaans onder het beleggingsrisico dat voor rekening van de belegger komt. Echter, als een adviseur zijn zorgplicht heeft geschonden – door bijvoorbeeld onjuiste informatie te geven, risico’s te bagatelliseren of uw klantprofiel te negeren – dan kan de daling van uw belegging ineens een juridisch relevant verlies worden.

Enkele indicatoren dat er sprake kan zijn van claimwaardige beleggingsschade zijn onder meer:

  • U bent beleggingsproducten geadviseerd die niet passen bij uw doel of risicoprofiel.
  • U heeft complexe producten gekocht zonder duidelijke uitleg over risico’s.
  • Er is belangrijke informatie verzwegen of onjuist gepresenteerd.
  • De adviseur handelde zonder de juiste vergunning of deskundigheid.

In al dit soort gevallen heeft u mogelijk juridisch verhaal voor uw beleggingsschade.


Juridische aansprakelijkheid van de tussenpersoon bij beleggingsschade

Wanneer een financieel adviseur of tussenpersoon zijn zorgplicht schendt en u daardoor schade lijdt, kunt u hem juridisch aansprakelijk stellen. Deze aansprakelijkheid kan zowel contractueel als buitencontractueel zijn. Contractueel spreken we van wanprestatie als de tussenpersoon zich niet houdt aan de afspraken of de zorgvuldigheidseisen uit de overeenkomst van opdracht die u met hem heeft. Buitencontractueel kan sprake zijn van een onrechtmatige daad. Vaak beroept een gedupeerde belegger zich op beide grondslagen.

De zorgplicht van financiële dienstverleners is in Nederland versterkt door zowel wetgeving als jurisprudentie. Zo bepaalt de Wet op het financieel toezicht (Wft) dat een adviseur passende adviezen moet geven en voldoende informatie over de klant moet verzamelen. Daarnaast hebben rechters een bijzondere zorgplicht ontwikkeld voor banken en adviseurs jegens particuliere beleggers. Indien die plicht wordt geschonden en er ontstaat schade, dan zal de tussenpersoon in principe de schade moeten vergoeden.

Het is goed om te beseffen dat bij aansprakelijkheid voor beleggingsschade soms ook eigen schuld van de belegger wordt meegewogen. Een rechter kan oordelen dat u zelf waarschuwingen had kunnen lezen of risico’s had moeten begrijpen. In sommige uitspraken verdeelt de rechter de schade tussen klant en adviseur. Maar wanneer de fout volledig bij de tussenpersoon ligt – bijvoorbeeld door gebrek aan vergunning of misleiding – dan kan hij ook voor 100% van de schade opdraaien.


Praktijkvoorbeelden uit recente rechtspraak

Ter illustratie enkele praktijkvoorbeelden:

  • Effectenlease (Dexia/Spaar Select): Dexia werd aansprakelijk gesteld omdat klanten zonder goede waarschuwing via een tussenpersoon risicovolle aandelenleasecontracten afsloten. De rechter kende volledige schadevergoeding toe.
  • Adviseur zonder vergunning: Een hypotheekadviseur adviseerde beleggingen in een illegaal fonds en werd persoonlijk aansprakelijk gehouden voor alle geleden schade.
  • Easylife-obligaties: Een adviseur werd via het Kifid aansprakelijk gesteld omdat hij zonder waarschuwing een risicovol product had aanbevolen. De schade werd vergoed.
  • Franchiseformule: Hypotheek Visie werd aangesproken voor fouten van een franchisenemer. De rechter oordeelde dat de keten verantwoordelijk was, ondanks dat de individuele adviseur geen eigen vergunning had.

Deze uitspraken tonen aan dat rechters steeds kritischer kijken naar de rol van tussenpersonen en adviseurs bij beleggingsschade.


Wat kunt u doen bij beleggingsschade?

Wanneer u vermoedt dat u beleggingsschade heeft door toedoen van uw tussenpersoon of bank, is het belangrijk om snel te handelen. Verzamel alle relevante documenten en maak een schriftelijke klacht bij de dienstverlener. Als dit geen oplossing biedt, kunt u terecht bij het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (Kifid). Is uw adviseur daar niet bij aangesloten, of komt u er niet uit, dan kunt u juridische stappen overwegen.

Een gespecialiseerde advocaat kan u helpen bij het beoordelen van uw positie, het indienen van een klacht of het starten van een procedure. Laat u juridisch adviseren over de verjaringstermijnen en mogelijkheden tot schadevergoeding.


Neem contact op met Financieel Recht Advocaten

Heeft u te maken met beleggingsschade en twijfelt u of uw tussenpersoon of adviseur zijn zorgplicht heeft geschonden? De specialisten van Financieel Recht Advocaten staan voor u klaar. Wij kunnen uw situatie juridisch beoordelen en u begeleiden bij het verhalen van uw schade. Neem vandaag nog contact met ons op voor een vrijblijvend adviesgesprek. Beleggingsschade hoeft u niet alleen te dragen – wij helpen u graag verder.

Wesley van Elven

Wij staan voor u klaar

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op

Wij helpen u graag

  • Tegen financiële dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant